Vier brieven en een sonnet
Badings, Ain boer wol noar zien noaber tou; Badings, Oudt liedeken; Brahms, Zigeunerlieder, nr. 5, 6 en 9; Bremer, Ik hou van meisjes in een uniform; Diepenbrock, De groote hond en de kleine kat; Keuning, Ballade van de Bruiloft; Lemaire, Tante Trui en tante Toosje; Toebosch, Diablerie; Schallehn, Freundinnen; Seiber, Three nonsense songs; Toch, Geographical Fugue; Voigtländer, Aber du; Kassenaar, Vier brieven en een sonnet *(wereldpremière)
* De oratorette Vier brieven en een sonnet werd in opdracht van Lingua Musica gecomponeerd ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van het koor.
Dirigent: Maria van Nieukerken
Mmv Job Hubatka bas, Irma Bouwmeester klarinet, Baptist Kurvers viool, Arjan Roos slagwerk en Ruta Vaivade piano.
Lokhorstkerk, Leiden
Agent Mieke deelt een bon uit
recensie
Zestien geestige, lijpe, kolderieke en suikerzoete liederen
Op het afscheid van Maria van Nieukerken volgt een welkom aan Lingua Musica’s nieuwe dirigent, Wolfgang Lange. Toch doet scheiden een beetje lijden. Maar Maria’s koor geeft daar een superfeestelijke draai aan, met zestien liederen van geestig, lijp, kolderiek, suikerzoet allooi, tot een ware liefdesverklaring van de vijfentwintigjarige Lingua aan hun dirigent. Door het laatste woord ‘Heija!’ van Lothar Voigtländers ‘Jij, jij zit diep in m’n hart’ te veranderen in Maria!!
‘Met z’n allen’ zingen, daar is het koor verbluffend goed in. Van de totale koorklank in het eerst gezongen zigeunerlied van Brahms ‘Ruwe bolster voert zijn mooi blauwogig meisje ten dans’ krijg je kippenvel tot in je wangen. Die harde, ruwe buitenkant van de jongeling voel je glasscherp trillen in je zonnestreng. Totdat hij zijn zachte binnenste toont als hij zijn duifje liefkoost, kust, ronddraait; dan smelt de samenklank. Als de krachten niet gebundeld zijn neemt bravoure af. Hartveroverend is de pure expressie, en contrastrijke dynamiek die flitsend heen en weer zoeft; feekserig, gruwelijk, of tussen neus en lippen als het uitgehouwen hart aan de dader vraagt ‘och jonghe hebs di seer gedaen’ (Oudt Liedeken, Badings). Op een enkele wazige plek na spettert ‘Geographical Fugue’ van Ernst Toch met tegendraadse ritmes en gekke accenten.
Hoogtepunt is de première van Marko Kassenaars Oratorette ‘Vier brieven en een sonnet’, voor koor, bariton en vier instrumenten, een humoristisch stuk met een dolle verhaallijn, over een man die in elke vrouw een Julia ziet terwijl hij zichzelf tot Romeo promoveert. Opgenomen in een psychiatrische inrichting zal dokter Willem hem wel even genezen, maar niet voordat hij zuster Ellen, Patty en Cecile behoorlijk heeft lastiggevallen. Als hij uiteindelijk ‘genezen’ naar huis mag, wordt er juist een nieuwe patient binnengeduwd, jawel, een Julia!
De voorstelling is scenisch. Alle koorleden komen halfgaar op, de een nog lijper dan de ander. Ook door tekst en muziek loopt een streep. Ze rammen elkaar, gaan schuw hun eigen weg of verdiepen elkaar mateloos, net als in Brechts Dreigrosschenoper. Het koor zingt meesterlijk, vol liefde en vuur in de meest exotische kleuren, harmonieën, verrassende melodielijnen. IJzersterk gedirigeerd door Van Nieukerken, die als directrice haar ‘gekken’ volmaakt overtuigend in haar greep heeft. Vrouwenkoren als ‘rijen’ in verbluffend vreugdebetoon, serene lyriek, mannen in tegendraads oorlogsgebral, zoemzang waarin lach en traan liggen besloten, de dokter met koele, heldere bijna spreekstem.
Pianiste Ruta Vaivade speelt superieur; met de grootst mogelijke souplesse geeft ze (met de anderen) Romeo extra kleur en richting.
Lidy van der Spek
Leidsch Dagblad, 18 juni 2007